J3T 150 HET NAJAAR. Reeds vallen van de boomen De dorre blaad'ren af, Reeds is het groen verdwenen Dat ons de Lente gaf. Ziet, hoe de wolken jagen, Woest door het luchtruim heen; Zij worden voortgedreven Opvolgend, één voor één. Reeds vliegen ook de vogels In heele zwermen weg, En vluchten naar het Zuiden Snel over heg en steg. Het bloempje op de velden Ontvangt haar dauw niet meer Verwelken gaat het plantje, 't Buigt reeds haar stengel neer. De wind giert door de boomen Ontbladerd is het woud; De velden zijn verlaten; 't Is buiten guur en koud. En ras is 'tjaar verstreken, Een nieuw is in 't verschiet En 't oude is dra verzonken In 't eindloospeilloos niet. G.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 268