"m.
i5i
EEN DROOM.
„Wel verduiveldAlweer een droom. Dat schijnt
al een zeer geschikte vorm te zijn om het een of
ander verhaal in te kleeden, althans voor hen die
een eerste schrede wagen op het moeielijke pad van
den verteller. Geen Cadetten-Almanakof er is een
droom in te vinden!" En de lezer, die zich in een
ledig uurtj e met onzen almanak dacht te amuseeren,
slaat mismoedig het boek dicht, als hij den titel
van mijn opstel ziet.
Toch zou het mij spijten als mijn geschrijf oor
zaak was dat de almanak minder gewaardeerd werd.
Moge dus de lezer, die niet van droomen houdt,
zijn weerzin alleen toonen door het volgende over
te slaan. Hem, die goedgunstiger te mijnen op
zichte gestemd isverzoek ik mij een oogenblik
van zijn ledigen tijd te schenken. Misschien kan dan
mijn droom op de eene of andere wijze nog nuttig zijn.
Lezer, ik heb sedert mijn vroegste jeugd aan
zware hoofdpijn geleden. Wanneer ik een dagboek
bezat, zouden de dagen, waarop die kwaal mij be
zocht er met een zwaren rouwrand in aangeteekend
staan. Zulk een dag was voor mij steeds als geheel
verloren te beschouwende pijn eindigde nooit
voordat de slaap mij mijn leed deed vergeten.
i