154 de ruime zaal. Het licht verdween; ik hoorde een enkelen slagenik zat overeind in mijn bed en staarde als wezenloos rond. Toen ik eindelijk tot bezinning was gekomen, keek ik op mijn horloge. Vier uur. Ik kroop weer onder de dekens en bracht verder den nacht rustig door. Den volgenden dag was mijn hoofdpijn verdwe- j nen; niet echter de gedachte aan mijn droom. Den i geheelen dag hield zij mij bezig. En toen ik 's avonds j mijn 'bed opzochthoorde ik nog steeds het zonder- i linge geraas, terwijl ik mij in verbeelding weer midden j tusschen mijn dansers bevond. Hoe lang ik bleefliggen j denkenweet ik niet. Plotseling was het schijn j of werkelijkheid?.... Ja, waarlijk, ik werd weer omhoog gehaaldom daarna voor de tweede maal i in den zwarten cilinder af te dalen, nu echter veel j kalmer dan de vorige keer. Ook vernam ik niet I meer het geraas, dat mij den vorigen nacht zoo i gehinderd had. Wederom bereikte ik den vasten j gronden keek ronddezelfde zaaldezelfde om- j gevingdezelfde vreemdsoortige wezens. Nu echter j heerschte een diepe stilte in het rond. Geen muziek, i geen dans; slechts een groot aantal bedrukte gezich- i ten omringden mij. Ik waagde het, een van het j gezelschap aan te spreken en hem de oorzaak van j die groote verandering te vragen. Hij keek mij met een treurigen blik aanen sprak „Ik zie aan uw uiterlijk dat gij een vreemdeling i in ons rijk zijt, en zal u daarom de zaak in het kort uiteenzetten. Gij bevindt u hier in de onderste lagen van den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 272