168 begreep zeer goed wat er was voorgevallen en toen ze opkekenen haar toevallig in het gezicht zagen, werden ze beiden met een knipoogje en een vriendelijk lachje begroet. De tijd voor het naar huis gaan was aangebro ken; de doeken werden omgeslagen en de gasten bedankten voor het „aangename avondje." Allen waren reeds vertrokken, toen Herman nog naast Anna stond. Blijkbaar zochten ze naar woor dentoen Mevrouw Tullens hen te hulp kwam. „Manlief," zeide zij, „Ik geloof, dat de jongelui ons wat te vragen hebben," en ze lachte daarbij Herman zóó aanmoedigend toedat deze zijn moed voelde herleven, onmiddellijk van de gelegenheid gebruik maakte en zonder veel mooie woorden de hand van Anna vroeg. Met innig genoegen werd de toestemming gegevenen zoo eindigde het thee partijtje, waarover door onze jongelui later nog veel gesproken werd Taugus.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 286