169
SOUVENIR
Wanneer de maan met milden glans
Het bloedig slagveld tooit
En 0111 der wolken donk'ren trans,
Een zilv'ren sluier plooit
Dan ruischt er over 't slagveld heen
Een klank van vreemden toon
Soms hol en dof als bang gesteen
Doch soms ook hemelsschoon.
Die klank mengt in een wild accoord
Van vloek en zucht en klacht,
Een krachtig god'lijk helden woord
Of liefdetoon, zoo zacht.
En als die klank op 't veld van eer
De stilte niet meer stooi c
Dan heeft men voor de laatste maal
Des krijgers groet gehoord.
Die groetdat is een afscheidsgroet
Dat is een laatst vaarwel
Die groet besluit een hemel soms,
Maar somso Godeen hel
Helaasdien plecht'gen laatsten groet
Die ruischt op 't veld van eer,
Die opstijgt uit geofferd bloed
Hoort Nederland niet meer.