5J m,: in Overijsel en Gelderland. Groningen en Omme landen, het grootste deel van Overijsel, Drenthe en het Oostelijk deel van Gelderland waren door de Spanjaarden bezet; Limburg geheel; Nijmegen, den Bosch en Grave met hunne omstreken eveneens. In N.-Brabant (de Generaliteitslanden) bezett'en de Nederlandsche troepen Breda, Bergen-op-Zoom Steenbergen, Willemstad en de omgelegen streek. Geertruidenberg was Spaansch. Men ziet, er bleef nog veel te doen, vóór de Geünieerde Provinciën, werkelijk als zoodanig kon den aangemerkt worden. Beschouwen wij nu, na deze noodzakelijke inlei ding het materieel waarmede Maurits werken moest, en beginnen we van boven af. Na den dood van Prins Willem I was het leger bestuur opgedragen aan den Raad van Statewaarin voor elk der gewesten een lid zitting had. Die Raad was belast met„het werven en afdanken van „krijgsvolk, het begeven van ambten in het leger, „het algemeen toezicht op de krijgsvoering zoowel „te land als te water/' Daarnaast, of liever daaronder, stonden de Alge- meene Staten, waarin de provinciën vertegenwoor- Die stad was van groot gewicht, daar zij van uit Brabant de gelegenheid bood, troepen naar Holland over te brengen. Parma schreef nadat hij die vesting bezet had aan den koning: „Qu'il Luy avoit a mander que les portes de la Hollandê estoient ouvertes." i 0

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 312