mm
J9g
196
quoten'of aandeden der verschillende provinciën
binnen te krijgen. Geldgebrek was aan de orde
van den dag. Wel betaalde Holland als de rijkste
provincie meer dan de helft der kosten, maar ook
voor de andere helft moest dikwijls dit gewest bij
springen of voorschieten. Ook in later jaren bleef
dat zoo; Frederik Henderik ging nooit te velde
zonder van Holland de belofte mede te nemen dat
wat er ook van de quoten der provincie zou achter
blijven Holland zorgen zou voor de betaling van
de troepen. Die provincie moest dan maar zorgen
later het hare terug te krijgen van de andere.
De Algemeene Statende Raad van Statede
verschillende provinciën waren er ten zeerste op
gesteld te weten dat die zuur verdiende en moeilijk
bijeengegaarde gelden ook goed en nuttig werden
gebruikt. Vandaar dat ze elk voor zich vaak een
of meer hunner leden als vertegenwoordigers in het
leger zonden om toezicht te houden en, zooals de
term luidde: om met goede ordre en kennisse van
saecken 't voorseyd Goevernenient aangacnde te be-
leijden ofte wel op alles te resolveren
Die Gedeputeerden te Velde waren een blok aan
het been van den bevelhebber. In plaats van één
Generaal had men er een half dozijndie zich na
tuurlijk allen verbeelden „kennisse van saecken" te
hebben, en gaarne mede „resolveerden." Zij deden
dan ook later Marlborough in wanhoop uitroepen
„Had Caesar Gedeputeerden te Velde gehad, hij
„zou niet gekomen zijn, laat gezien, en nooit over
wonnen hebben."