aangaat, zij was stellig eene geheel andere dan tegenwoordigdaar een regiment gecommandeerd werd door een Kolonel of Luitenant-Kolonel, bijge staan door een Sergeant-Majoor. Ik vermoed, zoo als ook uit het tractement schijnt te blijken, dat die betrekking meer geassimileerd was aan den rang van Kapitein-Adjudant, of van plaatsvervanger van den Kolonel bij afwezigheid. Wat het geneeskundig personeel aangaat, dit stond in, en niet minder buiten het leger, op zeer lagen trap. De voornaamste dienst van den Chi- urgijn wasde manschappen zijner compagnie te scherenA De Chirurgijn-Majoor had de verplich ting den kolonel te scheren. Toen het later bleek dat men met de elementen die zich als chirurgijns en chirurgijns-majoor in het leger bevonden, toch eigenlijk niet geholpen was, toen er, zooals een officieel stuk zegtvoor f 240 geen goed chirur gijn majoor meer te bekomen was, werd zijn trac tement verdubbeld, 't Is mij niet gebleken of men daardoor eenigszins goed gevormde geneeskundigen aan het leger heeft kunnen verbinden. Laten wij echtei bij de beschouwing dier tracte- menten niet ovei het hoofd zien de veel grooterc waarde van het geld in dien tijd, die misschien wel op het dubbele van thans mag geschat worden. Een gewichtig persoon bij elke compagnie was de Solliciteurdie rang en soldij had als een gewoon soldaat in de compagnie. Hij was de man door wien alle geldelijke transactiën tusschen den compag nies-commandant en het rijk werden bewerkstelligd. 200

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 318