2og het front der afdeeling. Het geheel zag er dus uit volgens onderstaande hguur. Schaal i iooo). Piekeniers g Had het eerste gelid geschoten dan ging het door de tusschenruimtenen laadde achter de staanblij- venden de geweren; het tweede gelid kwam voor, schoot de geweren af, ging achterwaarts en zoo vervolgens. Hadden de 10 gelederen hunne schoten gdlost dan gingen de piekeniers gesloten tot den aanval over, of, als de omstandigheden dit verboden, kwamen de schutters den verloren afstand naar voren her nemen om nogmaals het vuur te beginnen. Naar gelang men middelen uitdacht om de lading sneller te doen plaats hebbenkon het aantal gele deren der schutters verminderenwe zien dan ook ten tijde van Frederik Hendrik het aantal gelederen verminderd tot 6, en in den slag van Senef (1674) zelfs tot 4. CAVALERIE. De compagniën cavalerie hadden eene sterkte van 120 ruiters, op twee na, die er 150 telden. De ge- heele cavalerie van Maurits was op papier, 1620 man sterk; verdeeld in 13 compagniën. 25 man 4 man H P 3 250 man 120 man

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 327