215
dingen dier kolossaal zware voertuigen, de anderen
alleen voor het aanbrengen van de noodige trek
kracht.
Het is niet te verwonderen, dat de veldartillerie
dier dagen in vergelijking met de tegenwoordige
niet veel gewicht in de schaal legde bij veldslagen
en gevechten. De weinige beweegbaarheid der
stukkenen de groote moeitedie het inhadhaar
van stelling te doen veranderen, maakten dat het
geschut, eenmaal in stelling zijnde, als aan den
grond vastgenageld was, terwijl het geringe perso
neel, waarop men hoogst zuinig moest zijn, aan
leiding gaf, dat men de artillerie niet gaarne op
eenigszins blootgestelde of gevaarlijke punten op
stelde.
Op 1000 man één stuk geschut werd veel genoemd,
(thans is de verhouding in de meeste legers 3 a 4
stukken op 1000 man infanterie). In den slag bij
Nieuwpoort had men van weerszijden zes stukken
geschutdie in het mulle duinzand met de raderen
der affuiten op planken gesteld werden en gedurende
den geheelen slag niet van hunne plaats kwamen.
Granaten, granaatkartetsen of kartetsen waren niet
in gebruik, zoodat men beperkt was tot het kogel-
schot, dat echter waar het in de dicht aaneengesloten
infanterie-massa's insloeg, eene groote uitwerking
moet hebben gehad.
GENIETROEPEN.
Hoe met de tijden de denkbeelden veranderen
blijkt o. a. uit de waardeering van het wapen der