217
Maurits, wel overtuigd van de noodzakelijkheid
om bij zijne belegeringen over geoefende technische
troepen te kunnen beschikken, wist aan die vooroor-
deelen spoedig een einde te maken en was eerlang
in het bezit van een voldoend korps ingenieurs
mineurs en sappeurs. Van opleiding tot genie-offi
cieren, in den geest van de hedendaagschewas
echter geen sprake. Aan 't hoofd der genietroepen
stond een Meester-Ingenieur, of „Ingeniaris Ordinaris"^
zooals zijn titel luidde. In zijne instructie kwam
o. a. het volgende voor„Omme so dikwils hem sulck
„geordonneert sal worden sich te laten vinden in alle
„steden, casteelen ende schantzen omme aldaer te
„viziteren de fortificatiën, ende op 't onderhout der-
„selveende oock om nieuwe te maeken allen ghoet
„advys te gheven ende deselve te werck te stellen
„soe hem sulck ghelast wordt. Oock den kryghs-
oversten t' allen tyde te dyenen met sijn goet ad-
„vys ende vernuttheyt zy in vuyrwerken oft andere
„handt wercken ende behendichedens des hy sich is
„verstaende." Men ziet, „vernuftheyts" en „be
hendichedens" vond men toen reeds noodig.
Bovenstaande instructie is uit de aanstelling van
zekeren Mr. Pieter. Timmermanswaarschijnlijk een
soort van architect, die in 1590 aldus tot hoofd der
geniewerkzaamheden benoemd werd.
Eene tweede betrekking was die van Meester
Mineur, of Kapitein der Mineurs, die meer bepaald
Zijn traktement was f 40 in de maand en dus gelijk met dat
van een vaandrig der infanterie of een trompetter der cavalerie'