eisch, wat wetenschappelijke vorming betreft, af te leiden, dat die officieren niet voor hunne taak bere kend waren. Die taak was eenvoudig eene andere dan tegenwoordig. Terwijl nu van den officier, ook van den jongsten, gevergd wordt, dat hij bij de aanvoering van zijnen troep, met vluggen blik zijne omstandigheden beoordeelegebruik make van het terrein, wete wat 'hij van zijn vuurwapen mag ver wachtenen snel zijne besluiten neme, was in die dagen, toen alleen op vlakke open terreinen, in gesloten massa's werd gestreden, de bestemming van den officier eene geheel andere. Was hij leider van den troep, veel meer was hij dan als 't ware voorvechtermoest door woordmaar vooral door voorbeeld zijne volgers aanvuren zich zonder aar zelen te werpen in den dichten drom van vijandelijke pieken en hellebaarden. Staat tegenwoordig de mo- reele kracht en intelligentie van den officier op den voorgrondtoen was physieke kracht en persoonlijke moed een eerste vereischte. 't Zou zeer onbillijk zijn de officieren en troepen dier dagen te meten met onze maat. Menig wapen feit is daar om te bewijzen, dat zij aan hunne be stemming uitmuntend voldedenen terecht werd het leger van Maurits eene oefenschool genoemd, waarin buitenlandsche edelen hunne kennis van krijgskunde, practisch kwamen beoefenen. 't Is dan ook volstrekt niet om iemand aanleiding te geven laag op het leger dier dagen neêr te zien, dat deze weinige bijzonderheden werden opgesteld. Zoo primitief als de inrichting, bewapening, vecht- 222

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 340