-m LANDMACHT IN NEDERLAND. Z. M. de Koning heeft het oppergezag over Zee- en Landmacht. Veldmaarschalk: Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden. Generaal-Majoor bij den Grooten Staf: Z. K. H. de Prins van Oranje. A. Staand Leger. Sterkte van het Officierskorps volgens de bestaande organisatie (zie Memorie van Toelichting begrooting 1881 Hoofdst. VIII.) a s ■3 h O Groote staf. Generale staf. 6 l6 3 4 3 8 14 4 6 4 7 5 32 3 3 92 28 29 6 16 23 5 63 88 5 IS 3 6 5 S 7 5 3 18 9 23 238 352 293 937 3 4 5 8 32 52 46 147 3 4 5 14( 3 40 6 8 85 332 4 7 28 17 l6 75 6 7 24 8 Intendance Provinciale staf Plaatselijke staf Officieren v. Gezondh Apothekers Paardenartsen Kwartiermeesters. Admir.. van kleeding Directeurs en magazijn-1 meesters v. kleeding en uitrusting. Hospitaal directeurs Infanterie 1 fta^ l korpsen Cavalerie i ?ta^ korpsen Artillerie j fta^ l korpsen f staf t eme 1 Mineurs. Kon. Maréchaussée In de sterkte van den s'af is de K. M. Academie niet begrepen. (2; Bovendien 9 kapiteins in speciale betrekkingen. LX XXIV ai d u <D G <V O <D G JO O O <si ai .tJ IO 33 I I 12 33 21 I 2 33 99 99 33 99 33 IO 99 2 2 12 - V- I 12 33 III 99 99 1 j; 99 99 1 99 99 20 99 99 20 99 1 2 93 33 99 99 33 33 99 33 99 2 I 33 99 22 2 99 33 55 1 99 33 99 2 >3 9-9 11 120 I02 I 2 99 99 99 1 10 99 99 99 2 33 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1881 | | pagina 92