.m
Volgens de ontworpen reorganisatie zullen de volgende verande
ringen in de sterkte plaats hebben: Groote STAF ,meer\ 4 gener.
1 kap.; Intendance, meer-. 1 kol., 1 maj. en 4 kap.; Pl. staf,
minder2 luit.-koh, 1 kap., 4 ie luit. en 3 2e luit.; Infanterie,
minder-. 3 gener., 4 luit.-kol., 14 kap. en 43 2e luit meer4 maj.
en 23 ie luit.; Cavalerie, minder-. 1 gener., 1 kol., 1 luit.-kol.,
4 maj., 5 ritm.10 ie luit. en 8 2e luit.; Artillerie, meer4
kap., 32 ie luit. en 5 2e luit.; minder-. 1 gener. en 1 luit.-kol.;
Genie, minder-. 3 maj., 2 ie luit. en 2 2e luit.
Ontbreken 1 Juli 1880: Infanterie 142 luit.; Cavalerie i
hoofdoff., 2 ritm 13 luit.; Artillerie 85 luit.; Genie 9 luit.Pl.
staf 2 hoofdoff., 3 kap., 3 luit.; Kwartiermeesters, 7 luit.;
Administrateurs van kleeding, 7 luit.; Officieren van gezond-
heid 35 2e klasse; Paardenartsen i 3e klasse.
Volgens bijlage A Staatsbegrooting 1881 Hoofdstuk VIII
Op 1 Juli 1880 aanwezig 1699 officieren.
93 1 ontbreken 310
Sterkte-opgave betreffende onderofficieren, korpo
raals en vrijwilligers.
Onderofficieren.
Inf. 1900
Cav. 267 12
Art. 600 66
Genie. 88
Korporaals.
Vrijwilligers.
870
8480
7653
362
33
1872
439
560
264
2343
I5I9
7
425
158
2862
1174
9769
Totaal. 2855 78
Organieke sterkte van het wapen der Koninklijke
Maréchausse'e.
Er zijn twee divisiënéén voor Nocfrd-Brabant en Zeeland en
één voor Limburg.
Sterkte: 2 majoors, 8 kapiteins en luitenants, 2 opperwacht
meesters, 16 wachtmeesters te paard, 9 te voet, 23 brigadiers te
paard, 25 te voet, 3 schrijvers, 4 trompetters, 140 maréchaussées
te paard, 141 te voet; te zamen: 10 officieren en 363 onderofficieren
en minderen.
LXXXV
moet zijn ontbreekt
moet zijn
ontbreekt
moet zijn
ontbreekt
1880
60
I3I20