r
CIX
een voet buitenshuis te zetten. Wel begon het kort daarna
weer te vriezen, zoodat we nog enkele malen op het ijs
verschenenmaar spoedig daarop viel de dooi in en meenden
we onze schaatsen voor dezen winter te kunnen opbergen.
Velen onder ons hielden zich bovendien met andere
plannen bezig: De uitvoering, den 3in Januari van het
vorige jaar door de Cadetten-Muziek- en Zangvereeni-
gingen gegeven, had een aangenamen indruk achtergelaten,
zoodat we allen gaarne een herhaling er van wenschten.
Door de zorgen van den Beschermheer en de Directeuren
van genoemde vereenigingen, door den steun van het
Bredasche publiek en niet het minst door de medewerking
der werkende leden van Sempre Crescendo" enExcelsior,"
kon aan dien wensch voldaan worden. Den 28" Jan. had
in het koffiehuis »Het Hof van Holland" de groote repe
titie, den 29" de uitvoering plaats. Dat onze pogingen
met succes bekroond werden, bewijzen de verslagen in
de Bredasche couranten en de aanzienlijke som die het
concert voor de armen der stad opbracht.
Nog was menigeen vol van het concert en van den
genoegelijken avond, toen een vreeselijke treurmare ons
oor bereikte. Den 6n Februari werd ons medegedeeld,
dat de Cadet J. C. Lindgreen, van het wapen der Infanterie
O.-I. ie studiejaar, te Doesborgh was overleden. Een
slepende ziekte had hem langen tijd aan het ziekbed ge
kluisterd, zóó lang, dat vele der jonge Cadetten hem
niet dan bij name kenden. Maar toch gevoelden allen wat
het zegt, als Cadet een kameraad, een lid van het korps
te zien heengaan. En zij, die hem gekend hadden, en vooral
zij, die in 1878 met hem Cadet waren geworden, beseften
hoeveel we in Lindgreen, in den altijd vroolijken, opge-