CXIII Te midden van dien watersnood was ons den 7n Maart meegedeeld, welke officieren met ons naar het kamp zouden gaan. Als kamp-commandant zou optreden de kapitein der Infanterie H. J. G. Benschop, als zijn adjudant de ie lui- j tenant der Infanterie G. A. Buhlman. Veel echter zou er moeten veranderen voor er iets van kampeeren kon j komen, want ook de Teteringsche heide stond onder water. j In de eerste dagen van April werd de generaal-majoor j F. J. Pfeiffer te Breda geplaatst. Z. H. E. G. vereerde j onze Academie met een bezoek en was o. a. tegenwoor- j dig bij het tweede ontbijt. Den 6n April werd het Cadet- i tenkorps in marschtenue aan Z. H. E. G. voorgesteld. Ondertusschen waren velen onder ons reeds eenigen tijd geleden begonnen voor het examen te studeeren. j Dat het tijd werd, bleek den i5n April, toen reeds j bekend gemaakt werd, welke de Commissie voor het i officiersexamen zijn zou en tevens dat* dit examen zou j plaats hebben van den 2511 Mei tot den i5u Juni. Toch i wachtten ons nog enkele genotvolle dagen van ontspanning, en wel bij gelegenheid van -het Paaschfeest. Wij gingen i den i6n met verlof en moesten aan den avond van den 1911 weer present zijn. Ook nu mochten helaas! weer niet allen van het verlof genietenmaar gelukkig was het getal van hen, wien dit genot ontzegd was, niet groot, j Den 2011 April werd de arbeid met moed hervat. En geen Avonder, want we hadden nog slechts luttel weken j voor ons. Reeds den 1411 Mei toch eindigden de lessen I voor de Cadetten van het 4* en het 3e studiejaar, en begon voor hen de eigenoefening, een vreeselijke tijd van i voortdurend toenemende spanningvan onafgebroken studie, van algeheele toewijding aan de dictaten en studie- i 8

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 119