A CXVII 2111 Juni namelijk was de uitslag van het overgangsexamen van het 3e studiejaar bekend geworden, welke niet zoo gunstig was, als die, welken wij den 1311 vernomen had den. Van de 71 Cadetten gingen 38 in het 4® studiejaar over; 25 moesten in September herexamen doen, en 6 werden »te licht bevonden." Voorts waren 2 Cadetten door ziekte verhinderd aan het examen deel te nemen. Zij, die zonder vakken waren overgegaan, werden, voor zoover zij het nog niet waren, den 2Ón Juni benoemd tot Cadet-Korporaal, te rekenen van den in Juli. De 28e Juni was bestemd voor een derde concert. Ditmaal viel het weder bijzonder mee, hetgeen tal van bezoekers uit Breda en omstreken naar het kamp lokte. Ook het springen der mijnen en fougassendoor de Cadetten der Genie aangelegdgelukte uitstekend. Na afloop van de muziek verlichtten de Artilleristen met lichtkogels een deel van het terrein, waar de Genie aan het sappeeren was. Het feest werd met vuurwerk besloten. Een herhaling er van, op kleine schaal, leverde de 30® Juni, toen 's morgens door de Genie nog een paar mijnen en fougassen ontstoken en een spoorweg en een brug- ligger door middel van dynamiet vernield werden. Daarmede was aan de eerste helft van den kamptijd een einde; nog dienzelfden dag vertrokken de Cadetten der Artillerie naar Breda, om zich daags daarna naar het kamp te Oldebroek te begeven. Hun kameraden deden hen tot den Driesprong" uitgeleide. Na een hartelijk afscheid gingen de vertrekkenden stadwaarts, terwijl de achterblij venden weldra naar het kamp terugkeerden. Van daar uit begroetten zij nog eenmaal hun kameraden met een hoera!", toen deze den volgenden dag in den trein

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 123