b>- CXXI voortdurende vrees voor kamerarrest, wanneer we het slechts even waagden ons met een brandende sigaar of pijp in het gebouw te vertoonen, maar voor de gegra dueerde Cadetten werd ook de surveillance op de amuse mentzaal veel gemakkelijker. Den 2n September namen de herexamens een aanvang; den 6n hoorden wij den uitslag van die van het 3C stu diejaar; 3 van de 27 moesten helaas, nogmaals dat jaar doorloopen. Den ion vernamen ook de Cadetten van het 2e en het ie studiejaar, wat over hen beslist was: van de 88 gingen 76 in een hooger studiejaar over. En nu, lezer, komen we aan een voorval, dat zeker wel het treurigste van het geheele jaar genoemd mag worden. De mare, die ons geheele Vaderland in rouw dompelde, kwam den ion September ook ons ter oore Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden was den vori- gen avond op den huize »de Pauw" overleden. Geen inrichting werd door die ramp zoozeer getroffen als de Koninklijke Militaire Academie, die in den grijzen Vorst haar voornaamsten begunstiger verloor. Dat het Cadet- tenkorps Hem als een vriend in den waren zin van het woord beschouwde, daarvan moge het rouwgewaad, waarin de Almanak dit jaar verschijnt, een klein bewijs leveren. De Academie deelde natuurlijk in de algemeene rouw: gedurende de zes volgende weken liet onze muziek zich niet in het openbaar hooren. Den 4n October trof de Academie wederom een ver lies de Cadet J. M. D. Baroti van Lynden, van het wapen der Artillerie h. 1.1., werd door ziekte genoodzaakt zijn ontslag te nemen. Was hij misschien te kort in Breda geweest, om zich velen tot vriend te maken, het feit alleen 9

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 127