meenden, onze toevlucht te moeten nemen tot een der bestaande portretten van wijlen Z. K. H., schreef de Nestor van ons Oranjehuis, Die reeds aan zoo menigeen, aan den minste Zijner dienaren zoowel als aan den meest hooggeplaatstenbewijzen gaf van Zijne beminnelijkheid, of het ons aangenaam zou zijn, wanneer Hij voor dit doel afzonderlijk poseerde. Dit aanbod evenals alle andere brieven, die het Cadettenkorps vroeger van den geliefden Grijsaard mocht ontvangen, persoonlijk door den Prins onderteekend met „Uw toegenegen Prins Frederik der Nederlanden," werd natuurlijk gretig door ons aange nomen, overtuigd als wij waren, dat hierdoor de Almanak zeer in aantrekkelijkheid voor iederen lezer zou winnen. Het was het laatste bewijs van genegenheid van den Vorst, die reeds zoo menig keer toonde, met onze Aca demie ingenomen te zijn. Kameradenlaat ons die eer toonen op prijs te stellen houdt den Cadetten-Almanak van 1882 in waarde, omdat hij als het ware een geschenk voor ieder uwer van den helaas overleden Prins Frederik bevat. Den 24sten November 1828, toen de 31-jarige Prins behalve hooge waardigheden bij twee Duitsche korpsen en één Russisch regiment, ook reeds den rang van generaal der Artillerie en kolonel der Infanterie bij ons leger bekleedde, was het een schoone dag voor de op krijgskundig gebied zoo belangrijke stad Breda. Immers, er zou een Koninklijke Militaire Academie ingewijd worden, zooals nog geen andere in Europa gesticht was, en namens den stichter, Z. M. Koning Willem I, zou Zijn toen reeds algemeen geliefde tweede Zoon die opening komen bijwonen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 137