dat doen ze wel meer. Maar: mijnen, zegt dominee, zou dat ding dan in zijn tuin staan?en mij leerdet beseffen dat het menschdom den kreeftengang kruipt „Als je daar dom van wordtBij ons loopen de kreeften niet door den gang. Ik dacht dat die altijd in bussen zaten. Zouden ze bij dominee wel eens in den tuin wan delen?" Met het diepste ontzag begroet ik U, goed geconserveerde Mummie!"" „Van mummies ge sproken daar kwam ik van morgen langs dien boekenwurm Izakx en die verkocht ouwe postzegels bij 't dozijn. Dat zal wel goedkooper zijn dan één te gelijk? Daar zal ik eens naar vragen." (Hij soest.) Eere zij U! Vertegenwoordigster van een tijdperk, geadeld door het gewicht des menschenLaat ik mij verlustigen in Uwen aanblikWaar is mijn dubbele- palm, opdat ik berekene hoeveeel el-ponden levende kracht Gij zoudt bezitten, wanneer Gij kwaamt te vallen van de hoogste sport van de maatschappelijke ladder op den harden bodem des niets begrijpenden ver stands „Ontzettend! 't Spijt me dat ik niet precies gevolgd heb! Wat 'n val, Jeremicheltjeen dan nog levend!„Zte onvergelijkelijke lengte, breedte en dikte van Uw geheiligd lichaam vervullen mij met ootmoedig en eerbied en „O! zóó plat was hij zeker gevallen, zoo plat als een postzegel! Ja, 't is ook een heel end die brandladder, en dan op harden grond! Wat zal Vader schrikken, als hij dat hoort, want hij heeft onlangs vernomen, dat ik ook probeerde om er op te klimmen, toen ze tegen het postkantoor stond; maar toen ik op de derde sport was, maakte ik wel, dat ik met een gangetje beneden kwam Wat zoudt Gij zeggen van wat de tegenwoordige

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 146