23
van eene moeder, die haar dat gemis in menig opzicht zou
hebben kunnen vergoeden.
Zoo stond ze reeds op jeugdigen leeftijd alleen op de
wereld, zonder vrienden, om haar met raad en daad bij
te staanzelfs zonder het noodige, om in haar levens
onderhoud te voorzien. Maar Marie wilde op eerlijke
wijze haar brood verdienen-, ze wilde werken en ze vond
dan ook vrij spoedig eene plaats bij eene modiste.
Niet lang was ze in die betrekking, toen ze in kennis
kwam met den jongen schilder, Henri Spolato, die haar
voorstelde als model voor een studiekop in de verschillende
„ateliers" op te treden. Lang bedacht ze zich voor ze
zijn verzoek inwilligde, maar uit een geldelijk oogpunt
was dit aanbod zoozeer in haar voordeel, dat ze moeielijk
kon nalaten er aan gehoor te geven. Zoo kwam ze
spoedig in nadere kennis met Henri Spolato.
Reeds bij de eerste kennismaking had Marie op den
jeugdigen schilder een diepen indruk gemaakt. En geen
wonder; zij was werkelijk een mooi meisje. Er lag iets
vriendelijks in hare donkere oogen, waarin men te gelijk
zooveel ernst kon lezenhare lange zwarte lokken golfden
over een scfToon gewelfd voorhoofd, en als ze lachte,
stak eene rij parelwitte tanden schitterend af tegen
het heldere rood van een paar fijne lippen. Ze had de
donkere tint, het echt Italiaansche type eigen, en een
slank, goedgevormd figuur. Aan die uiterlijke schoonheden
paarde ze een zacht karakter, een gevoelig hart en een
deugdzamen geest.
Henri was jong en hartstochtelijk, en toen hij Marie
nader had leeren kennen, veranderde het medelijden, dat
hij voor haar van-af den beginne gevoeld had, alras in