De Opmerker: Zie kind, daar, waar de stam zich splitst, Bouwd' eens een vink haar nest; De moeder huppelt over 't mos; Ziethoe ze doet haar best Ze trekt dien worm daar uit den grond En vliegt er mee omhoog; Ze deelt hem onder 't kind'rental, En dankt 't haar scherpziend oog, Dat zij, zoo klein, zoo zwak van kracht, Toch daag'lijks hun het voedsel bracht. Ja, elke tak en elke struik Dankt Hem zijn voortbestaan, Die boven bosch en wolken woont Daar steeds heeft welgedaan; Die zelfs het moschje niet vergeet, Zorgt dat het eet' en drink'! Denk in uw later leven vaak Aan gindsche kleine vink, Die, schoon begaafd met luttel kracht, Als moeder steeds haar taak volbracht. N.. 1.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 161