-V
34
En zamelt, voor het laatst zijn allerbeste krachten;
Hij wacht den vijand af, die bulderende nadert
Daar is een oogenblik, dat wanhoop kracht vergadert,
Een ongelijken strijd manmoedig aan te gaan.
Daar is de trotsche Dondaar klampt hij Claessens aan
«Geef, geef U over, hondzoo huilt zijn Spaansche buur;
Doch Claessens roept hem toe: sziedaar mijn antwoord:
Het is zijn laatste woord. Met sidderende hand
Steekt hij het brandend touw in 't glinstrend ingewand
Van 't vat, met kruit gevuld, en wacht den doodslag af.
Daar barst het dek omhoog en gaapt een vurig graf;
De bodem spat uiteende Spanjaard deinst ontsteld
Voor Hollands leeuwenmoed, als 't Hollands dundoek
[vuur"!!
[geldt.
TsaoMyto H.