dk EENE OPRECHT GEMEENDE HUWELIJKSAAN VRAAG. 35 Het was op een zondagmorgendat de heer Jan Stoffel, j die het eerwaardig ambt van notaris bekleedde in het kleine stadje X.zich behagelijk in zijn leunstoel nabij het raam van zijne kamer neervlijde, en weldra verdiept was in de lectuur van het Ha?idelsblad, eene zijner eerste dagelijksche bezigheden na het ontbijt. We zullen hem in zijne lectuur niet storen, maar den i lezer eerst eenigszins met onzen held in kennis stellen. De heer Stoffel was de zoon van niet zeer vermogende ouders, die evenwel al het mogelijke in het werk gesteld i hadden, om hun zoon eene geletterde opvoeding te geven, i Na het gymnasium in zijne geboortestad afgeloopen te i hebben, had hij eenige jaren aan de Universiteit te Leiden i doorgebracht, om daar in de rechten te studeeren. Na echter eenige malen voor zijne examens gedropen te zijn, had hij op aanraden van de professorenwier beste pogin- gen op het bekrompen brein van onzen student schipbreuk geleden hadden, de aanvankelijk door hem geliefde loop- i baan laten varen. Hij was daarop voor candidaat-notaris j gaan studeeren, en toen hij dezen titel met veel moeite i verworven hadgelukte het hem als eerste klerk geplaatst te i worden op het kantoor van den notaris in het stadje X. Een twintigtal jaren werd deze betrekking door hem met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 165