r 45 begaf zich onze vriend op weg, en door de hulp van eenige gedienstige geestendie hem den weg naaar de Larie- laan wezen, bevond hij zich een kwartier voor den tijd op de plaats, waar hij de lieve briefschrijfster hoopte te ontmoeten. Tot nu toe was alles goed gegaan; toen echter de heer Stoffel bedacht, dat hij binnen eenige minuten tegenover eene dame zou staan, die hem geheel onbekend was en waarmede hij nolens volens» een gesprek zou moeten aanknoopen, kwam zijne oude verlegenheid weer boven, en in zijn angst vergat hij de schoone phrasen, die hij den vorigen avond uit een roman van buiten had geleerd, en waarmede hij nu eens goed fureur» had willen maken. Op eens vertoonde zich aan het einde der laan eene damesgestalte, die volkomen op de wijze gekleed was, naar het hem voorkwam, als in den brief vermeld stond. Nu zakte den armen man alle moed in de schoenen, en hij gevoelde groote lust terug te keerengelukkig begreep hij dat dit het allerdwaaste zijn zou, dat hij doen konhij raapte dus al zijn moed te zamen, stapte zoo deftig als hem dit in zijn opgewonden toestand mogelijk was, ver der enliep in het midden der laan de dame voorbij zonder haar met een enkelen blik te verwaardigen. Nadat deze eenige passen achter hem was, gevoelde Stoffel zich zeker vijftig percent kalmer; maar verder voortschrijdende, begreep hij, dat hij zich nogmaals aan eene ontmoeting zou moeten blootstellen. «Moed, Jan,» zoo redeneerde hij, je bent toch immers een welgemaakt man:» met deze woorden keerde hij zich om, en begon de laan voor de tweede maal te doorwandelen. De onbekende dame maakte klaarblijkelijk even groote

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 175