f-
55
angstig af, wat Amalia denken zouals hij zich niet bij haar
vader vertoonde. Hij keek op zijn horlogehet was twee uur.
Met grooten ijver begon hij nu zijne schoenen en pan
talon van slijk en vuil te reinigen, en na een kwartier
van ingespannen arbeidoordeelde hij de gevolgen zijner
buiteling voldoende verdwenen?»
Toen hij op het punt waszijne kamer te verlaten, kwamen
de laatste woorden van den heer Zonnebloem hem in
de gedachte, waarop hij niet zoozeer om een plotseling op
komend wantrouwen te doen verdwijnen, dan wel om
zijne nieuwsgierigheid te bevredigen, met den hotelhou
der een gesprek aanknoopte, en hem naar de familie
Goudkalf vroeg.
»Ja mijnheer, wat zal ik u daarvan zeggen?»
De heer Goudkalf is een respectabel fabrikant 5 dat
zal niemand tegenspreken; maar het ongeluk treft een
ieder. Zoo heb ik dezer dagen al iets hooren fluisteren
van een failliet, waarin die heer is betrokken, hetgeen waar
schijnlijk de redenis dat verscheidene wissels op hem, zooals
ik van eenige handelsreizigers vernamniet zijn geaccepteerd.
De heer Goudkalf, durf ik u onder geheimhouding
mededeelenzal weldra totaal geruïneerd zijn. Dan heeft
hij nog eene dochter van om en bij de 40 jaren, waar
van hij niet veel genoegen beleeft, want hoewel die dame
reeds op gevorderden leeftijd geraakt, is het van alge-
meene bekendheid, dat zij nog altijd hoopt, door zich
voor te doen als eene rijke erfdochter, eenmaal een man
in hare netten te vangen.»
Het was of Stoffel op eens door den grond zonk.
Verdwenen waren zijne illusiën en, wat hem het meeste
trof, zijn uitzicht op de ƒ5000 rente.