69
laatstendag zal hij niet vallenneen, hij wil niet.
Maar een enkel spelletje om te zien of Willem het met
verleerd is, met hoog, zoo voor de aardigheid maai.
Neen, duizendmaal neen, zelfs niet één spel, hij mag
niet, hij kan niet. En zijn vriend praat er niet verder
over, maar legt de kaarten voor Willem op tafel. Zij
drinken nog eene fleschen nog ééneEensklaps be
merkte Willem, dat hij het spel kaarten in zijne handen
heeft; hij bekijkt ze, hij laat ze eens door de vingers
glijden; wat zou het ook eigenlijk voor kwaad kunnen,
Marie behoeft er immers niets van te weten. Eén spel,
alleen voor de grap, en zijn vriend, die zijne gedachten
op zijn gezicht schijnt gelezen te hebben, neemt hem
het spel uit de hand en geeft de kaarten uitzij spelen
Willem verliest.
Nog één spel voor revanche, dat mag Willem niet
weigerenHij verliest weer. Nog één spel, dubbele
inzet, dan kan hij alles terug winnenWillem verliest
en speelt door. Hij verliest veel, heel veel, maar hij
speelt nog altijd. Hij moet wel, hij heeft reeds meer
verloren, dan hij kan betalen; hij moet het terugwinnen,
anders bemerkt Mariedat hij zijne belofte heeft geschonden.
Het angstzweet breekt hem uithij speelt als een wan
hopendeVergeefshij verliest steeds
Zijne tegenpartij wordt het eerder moede dan hij, want
op eens strijkt deze de kaarten op. Hij wil zijne winst
niet wagen. De kansen waren al lang niet meer gelijk
Willem betaalt met schuldbekentenissen, en als hij ver
liest moet hij met klinkende munt betalenhij heeft hem
gelegenheid tot revanche gegeven, maar nu is 't genoeg.
Als wezenloos staart Willem den winner een oogenblik