73
manoeuvres bij Kriblowitz te houden maar zelfs zijn huis
als aanvalspunt van het schijngevecht te beschouwen. Het
is te begrijpen dat zijn verzoek onmiddellijk ingewilligd
werd en een tegenbevel gegeven aan den bevelhebber
der troepen, welke aan de manoeuvres zouden deelnemen.
Eindelijk was dan de twaalfde September daar, en Blücher,
die naar dien dag zoozeer verlangd had, deed zijn bed
voor het geopende raam plaatsen.
Daar zat hij overeind op zijne sponde. Het was alsof
hij zich in den strijd bevond, weder fonkelden die oogen
en weidde zijn adelaarsblik over de vlakte rondom zijne
woning. Hoort hij daar niets? Ja; en weder verneemt
hij hetzelfde geluidbom bom davert het door de lucht.
Ha! zie die trekken van den oud-soldaat: een lach speelt
om zijn mond, dat, dat kanongebulder, was steeds zijne
geliefkoosde muziek geweest.
De geneesheer komt binnen om naar den toestand van
den zieke te vragen Blücher ziet hem niethoort hem
niet, naar den kant, vanwaar het kanongebulder zich doet
hooren, is zijn blik gericht.
Eindelijk komen uit het dichtbijzijnde bosch de tirailleurs
te voorschijn; langzaam komen zij nader, steeds vurend.
Het gelaat van den ouden Maarschalk drukt ontevre
denheid uit, want, hoe juist ook uitgevoerd, die bewegingen
zijn te langzaam naar zijn zin: „Vorwarts" klinkt het wre
velig uit zijn mond en met de gebalde vuist slaat hij op
de dekens.
Het oogenblik tot den aanval is daar, de vijand heeft
zich voor het vuur teruggetrokken in den tuin bij Blüchers
woning, en schel klinken nu de tonen van het signaal
voor den aanval door de lucht.