f- 74 Hanu herkent hij zijne Pruisen weder; zoo had hij ze gezien bij de Katzbach, bij Leipzig en bij Waterloo, met moed en eene tot dusverre misschien ongeëven aarde snelheid de vijandelijke linien naderend. De aanval gelukt, en met een luid „hoera" klimmen de soldaten over de heggen van den tuin: de vijand is ge vlucht. Als daarna de soldaten naar boven zien en hun ouden Maarschalk gewaar worden, weerklinkt nogmaals een donderend „hoera" door de lucht. Nog voor het laatst heeft het bloed de wangen van den stervende gekleurd, een lachje speelt om zijn mond, hij wenkt zijnen soldaten een afscheidsgroet toe en zacht valt hij in de kussens terug. Als soldaat heeft hij geleefd als soldaat is hij gestorven. Veha.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 204