76 Ook u zie ik na dezen dag niet weder, U, wier geblaat mij dikwerf heeft verblijd; Want ja, ik ga een andre kudde hoeden. »Op 't slagveld midden onder 't krijgsgewoel," Zegt mij mijn hart: »daar zal uw plaatse wezen;" »Uw leven zult gij wijden aan dit doel." Want Hij, die eenmaal ook op Horeb's hoogte Aan Mozes in het brandend bosch verscheen »En hem beval om Pharao te bestrijden, Sprak ook tot mij: »Ga naar den vijand heen; »In 't harnas zult g' uw teed're leden voegen, »En 't kille staal omsnoere uw vrouwenborst. Geen mannenliefde zal uw hart bekoren »Geen bruidskroon is het, die uw kruin eens torscht »Neen, nimmer zult ge moedervreugde smaken. »Maar eens, als Frankrijks laatste ure naakt, »Zult gij het zijn, die weer den moed doet blaken, »Die Frankrijks strijders tot verwinnaars maakt. Gij zult den trotschaard door uw daden toonen, »Dat 't krijgsgeluk voor hem verdwijnen moet »En Frankrijks roem steeds zal gehandhaafd blijven, Terwijl g' in Rheims uw koning kronen doet." F.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 206