r
83
„HET LAND VAN SCHELDE,
MAAS EN RIJN.»
Het land van Schelde, Maas en Rijn, veroverd op de zee,
Welks driekleur eere wordt betoond, waar die verschijnt
[ter ree,
Van Insulindes Oceaan, tot Nova-Zembla's kust!
Dat land, het is ons vaderland,
Het kleine vruchtb're Nederland,
Waar Eendracht woont, en Vrijheid troont en Geestkracht
[nimmer rust!
Ons volk is van 't Germaansche ras, van 't edel Dietsche
[bloed
Gekenmerkt door zijn vrijheidszin, zijn veerkracht en zijn
Wij zijn der vrije Friezen kroost en Bato's nageslacht
Op onze. Vrijheid zijn wij fier;
Zij is ons boven alles dier,
Niets rooft ons Haar, die tachtig jaar weerstond aan Spanjes
macht
Oranje-Nassau's vorstenhuis bestiert sinds lang ons land.
Ons land is aan zijn Vorst gehecht 'door trouwe liefdeband
De Nassaus hadden lijf en goed voor Neerlands vrijheid
[moed
veil;