f-
96
ijsbeeren hadden gekregen. De ijsbeeren nu hadden de
loffelijke gewoonte, om zich de voeten wat te verwarmen
door te stampen en te springen. Die manoeuvre door
een vijftigtal personen uitgevoerd, bracht beneden niet
alleen een voortdurenden stofregen, maar zoo'n oorver-
doovend lawaai te weeg, dat men letterlijk zijne eigene
woorden niet kon verstaan. Wie onder dat gedruisch nog
niet volkomen wakker was geworden, vond eene nieuwe
gelegenheid, in de manier waarop men zich ging wasschen.
Op eene binnenplaats was een groote bak of trog, waarbij
een paar pompen stonden, waaruit men het ijskoude
water haalde om zich op de plaats zelve te reinigen.
Gewoonlijk ging dit met eenige vechtpartijen gepaard,
daar de ruimte klein, en het aantal begeerigen groot was
wie niet een beetje handig, zelfs hardhandig was, kwam
tijd en plaats te kort. Er was een legende van een suk
kelaar in omloop, wien het in geen drie maanden gelukt
was zich een plaatsje te veroveren en die dus ongewasschen
zijn dag aanving, als hij niet voortdurend in arrest wilde
zijn wegens »te laat op het morgenappèl".
In den loop van den voormiddag werden de politieken"
als schapen bij elkander gedrevengetelden present
zijnde, meegenomen naar een lokaal in de stad, onder
geleide van fouriers. Daar werd een groot aantal kleine
benoodigdhedenschoenen, schako's, borstels en verder
gereedschap in zakken geladen en elk der nieuwelingen
zoo'n zak aangewezen als zijne vracht. Voor menig jong
heertje die thuis hoogstens met zijn pakje boeken onder
den arm liep, was dat gesjouw door de stad met een
grooten zak op den rug een bittere pil. Karei aarzelde
een oogenblik het ding op te pakken, hetgeen hem een