107
heden tegenover zijne onderofficieren, waarvan ik een
paar staaltjes moet meêdeelen om duidelijk te zijn; ze
zijn niet overdreven en zouden zeer gemakkelijk met een
half dozijn van 't zelfde soort kunnen vermeerderd worden.
De billijkheid dwingt mij te bekennen dat niet alleen
Karei, maar alle onderofficieren der compagnie, de ser
geant-majoor meegerekend, van tijd tot tijd daarvan hun
deel bekwamen.
Een der eerste zorgen van de onderofficieren-sectie
commandanten is die voor de uitrusting hunner
manschappen. Heeft eenig stuk vernieuwing noodig, dan
is het de sectie-commandant, die dit ter kennis brengt
van den officier, terwijl de kapitein in hoogste ressort
beslist omtrent de noodzakelijkheid.
Bij kapitein G. kostte de vernieuwing van het eenvou
digste stuk bijna zeker aan den sectiecommandant vier
dagen huisarrest. Het voorwerp in kwestie werd aan
ZEd.Gestr. voorgelegd, en dan volgde nagenoeg stand
vastig een der volgende sententiën, öf:
Sergeant, dat stuk kan nog best een tijd lang meê.
Vernieuwing is niet noodigje handelt niet in het belang
van den man, die het op zijne rekening krijgt; daarom
heb je vier dagen arrest" öf
Sergeant, dat ding is zóó versleten, dat het on
mogelijk in eene week zoo geworden kan zijn; je hadt
dat vroeger moeten laten vernieuwenvoor die nalatigheid
heb je vier dagen arrest".
Tusschen die Scylla en Charybdis door te zeilen, was
een bovenmenschelijke toer. Karei kwam er op 't laatst
toe om, wanneer de vernieuwing niet te kostbaar was,
uit eigen middelen het benoodigde aan te schaffen en