114 Dames, die het niet verdragen, Dat men haar steeds gadeslaat, Hoord' ik naar de M. A. vragen: Meisjes Aanzien, hé? op straat". »Afars Aanhanger wil 't beteek'nen", Zei mij laatst een oud-majoor; »Zorg, dat hij op u kan reek'nen, Roept hij u ten strijde, hoor!" Menigeen heeft reeds genoten Van een vollen Maand Arrest, Bracht men hem Mooi Aangeschoten 's Zondag, avond naar zijn »nest". Ak Ben", zoo hoort men hem nu klagen, »A/achtig Arm. Waar bleef het geld? Achwil daar maar niet naar vragen 'k Heb me Afiss'lijk Aangesteld"". De uitslag staat ook op de knoopen Van 'texamen, ja voorwaar, 't Zij het Mis is Afgeloopen 't Zij het goed ging. Luister maar »A/agnifiek er Afgekomen", Zoo juicht d'een met gullen lach. D'ander roept zelfs in zijn droomen: »'k Moet de poort uit Moeder Ach"". Hijdie zoo 't cadettenleven Slechts voor korten tijd genoot, Moest zich zelf de schuld toch geven: Hij was Meen'gmaal Asijmptoot.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 244