-V
ontheiligd zorgde voor hem, zoodat we hem, als hij de
jongelingsjaren bereikt heeft, als klerk op een handelshuis
in een onzer groote koopsteden aantreffen. Voortgeholpen
door iemand, dien hij vloeken moest, leefde hij voort
en bracht het tot boekhouder, terwijl zijne broers en
zusters zich in weelde baadden.
Of de vader wroeging had O, vraag het hem zelf
op die oogenblikkendat hij aan den gezelligen haard
met vrouw en kinderen bijeenzit, wanneer hem de ge
daante van Mieke als eene spookgestalte voor den geest
treedt, en wanneer hij wegkrimpt en huivert bij de ge
dachte aan al het geluk, dat hij verwoest, aan al het
leed, dat hij verwekt heeft.
Te vergeefs zucht hij in zijne weelde verdooving van
zijn knagend geweten.
Theka.
121