Verzuchtingen van een Asymptoot. 125 Daar stijg ik weer in d'oude banken; Dezelfde leeraar voor de klas'; Ik hoor er weer dezelfde klanken; Dezelfde voordracht sust mij ras In slaap. Vervelend wordt het exerceeren; Mijn mouwen zijn nog altijd kaal; Ik heb geen lust meer in 't studeeren En, lezer, 'k zeg het u roijaal: Ik gaap. Een drietal jaren zijn vervlogen, Nu kruipt de tijd slechts langzaam voort. Tot tweemaal heeft men mij gewogen Maar 't was weer niet, zooals 't behoort: 't Was mis. Toch zegt men: slaat den moed niet varen, Een ander maal zal 't beter gaan". Die woorden doen de pijn bedaren, De kwaal blijft echter toch bestaan, Gewis. Cléar.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 255