132
ding, Hij is niets,nietsof, als Hij bestaat,
is Hij machteloos, en geen vrees voor Hem zal den jon
geling weerhouden, zijn vader te volgen dat gebiedt hem
zijn plicht, dat gebiedt hem zijn gewetenNiets bindt
hem meer aan de aarde hij is hier verder overbodig
hij mist den moed, de kracht, om den levensstrijd verder
alleen te strijdenden hij wil die niet bezitten, hij kan er
niets bij winnen, hij, noch iemand anders't Is hem
onverschillig, wat er met hem gebeurt na zijn dood, hij
gevoelt slechts die éénehij moet zijn vader ook naar
de andere zijde des grafs volgen. Die ééne, die wanho
pende smart maakt hem ongevoelig voor alleshij
wil, hij moet er een einde aan maken
Een paar poezele armpjes worden hem omverwachts
om den hals geslingerd: Waarom huilt broerr"
Een schok vaart den jongeling door de ledenhij heft
het bleek gelaat uit de dekens op, vestigt de brandende
oogen op het kleine meisje enbarst eensklaps in
een milden tranenvloed uit
Wat wilde hij doen!Sterven?En dat kind
dan? Ook zij is ouderloosen zij is nog zoo jong.
Eensklaps is het hem duidelijk geworden, waarom hij moet
levenvoor haar, voor zijn zusje zal hij werkenj
't is de erfenis, die zijn vader hem naliet, en hij zal haar
aanvaarden als een heiligen schat,hij zal voor haar
waken, voor haar arbeiden. Dat zal zijn levensdoel zijn zóó
zal hij de opofferende liefde zijns vaders kunnen vergelden.
En het kleine zusje, dat alleen maar begrijpt dat haar
broêr verdriet heeft, vleit het blonde kopje tegen zijne borst
en fluistert dan zachtjes:
Broêr mag niet meer huilen; dan wordt papa wakker."