142 welks laatste lichtstralen ik nog juist gebruik kan maken, om te zien, dat het nog niet eens acfht uur is. Zou het dan nooit negen uur worden? »Ja wel", antwoord ik zelf vertroostend daarop, heb maar geduld, je moet hier nog langer dan dat ééne uurtje zitten. Goddank echter niet, zonder iets te kunnen doen. Stel je nu eens voor, dat je hier levenslang waart opgesloten. Ik zou liever sterven". Aan alle dingen komt een eind, dus ook aan mijn verveling. Eindelijk slaat de klok negen uur. Mijn souper is in een oogenblik afgeloopen. Nu mijn nachtleger zoo goed mogelijk ingericht. Het voeteinde van mijn bed klem ik tusschen de pooten van mijn bankmijn dekens zet ik aan de eene zijde vast tusschen mijn stroozak en den muur, en aan de andere zijde met mijn schoenen. Nu nog mijn broek en mouwvest als hals- en borstbe- dekking gebruikt, het geheel goed overgoten met eau de cologne, 0111 de onaangename reuk te verdrijven- en ik ben gereed om mij in de armen van Morpheus te begeven. Zóó goed heb ik mij nu ingericht, dat ik bijna zou zeggen ik zou met een prins niet willen ruilen. Spoedig daarop sliep ik inen T raumte von allem Süszem was 's Menschen Herz durchbebt". Den volgenden morgen stond ik geheel uitgerust op, j wat trouwens meer gebeurt, als men den vorigen dag bijkans niets gedaan heeft, besteedde de meest mogelijke zorg aan mijn toilet, daar hiertoe maar éénmaal per dag gelegenheid wordt gegeven, en vond het alleen minder smakelijk, dat ik mijn ontbijt niet buiten mijn hokje i mocht gebruiken. Hoe ik den tweeden dag doorbracht, kan ik met wei- nig woorden vertellen. Tusschen acht en negen uur mocht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 272