151 Waar hij heen isstoof de oude op, »waar hij heen is? Ze zeggen, dat hij naar Frankrijk is, om daar te vechten maar dat is niet zoo, want hij vertelde mij, dat hij naar eene groote stad ging om een goed werk te doen en dan feest te vierenMaar hij is nog niet terug en het is al twee jaar geleden, dat hij wegging. Maar hij zal wel komen; hij zal het daar druk hebben." »Twee jaartwee zomers en twee winters; en in dien tijd is hij niet hier geweest. Ik heb hem zoo gemist. Twee jaar En weer verzonk de oude in zijn somber stilzwijgen. Zijn gelaat teekende droefheid; de plooien en rimpels waren dieperhet scheen alsof ze tnet een mes waren ingesneden, zoo recht en diep. »Ze zeggen, dat hij dood is!" barstte hij eensklaps los, »ze zeggen, dat hij dood is, en begraven in Frankrijk. Maar hij is niet dood; want hij heeft mij beloofd terug te komen. Hij hield altijd woord, en hij zal toch zijn ouden vader niet bedriegen." »Hij dood, en zijn oude, blinde vader lijdt gebrek: hij dood, en de steun ontbreekt den grijsaard bij zijn wankelenden gang naar het graf. De oude vader was blind; nu schijnt hij ook doof, want de stem, die hij liefhad, hoort hij niet meer, noch den voetstap, die den geliefden zoon aankondigde. Vreemde handen ontsteken het vuur in den haarden doven het uit; de huiselijkheid, steeds door hem onder houden, is nu verdwenen. Die vreemde vlammen ver warmen mijne stramme leden niet; de vreemde hulp is niet in staat, den ijskorst, die nu mijn hart omgeeft, te doordringen!" s>God was onrechtvaardig, want hij nam mij mijn eenigen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 281