i6o
'k Nam afscheid van 't beminde thuis;
En 't oud Bredaasch kasteel
Ontving mij als een nieuw cadet
Ik werd er fluks aan 't werk gezet:
Te leeren viel daar veel!
Ik schikte me in dit nieuwe thuis,
Herdacht het oude vaak,
En bleef, zoowel bij vreugde als smart,
Steeds toegewijd met gansch mijn hart
Aan de eens gekozen taak.
Al viel die taak ook somtijds zwaar
Bij 't einde van 't kwartaal,
't Was wel te torschen toch, dat kruis,
En bij 't verlof, in 't oude thuis,
Kwam 'k weer op mijn verhaal.
'k Heb een en veertig maanden reeds
Dat nieuwe thuis bewoond,
En nu nog maar een maand of vier,
Misschien ben 'k dan al officier,
En wordt mijn werk bekroond.
Wie weet, welk thuis mij dan weer wacht,
Hoe vaak het wisselt nog
Nu hier geroepen, dan weer daar,
En altijd tot vertrekken klaar:
Zoo is ons leven toch.