Y~
Eene Kpisode uit Het Groot Verlof.
162
Zoo is dan eindelijk het oogenblik daar, waarop land
en zeemacht gezamenlijk zullen debarkeeren en hunne
gecombineerde manoeuvres beginnen, om de positie van
Villa Rosa te bemachtigen en daar de banier van de
vroolijkheid te planten. Nu vriendjes, als het je te doen
is, om er de al te kalme stilte te verjagen, dan zal ik
je toch ook een handje helpen»
Door dezen welkomstgroet in martiale beeldspraak maken
wij kennis met den gepensionneerden overste X uit Y,
terwijl hij aan het Ysche spoorwegstation twee zijner
neven van den trein komt halen. Wij herkennen in deze
beide jongelui een adelborst en een cadet en zien, dat
beide broeders wel in staat zijn, 0111 het hart van een
echt oud-officier te veroveren. Ja, zelfs een paar jonge
dames in de nabijheid van de twee, die wij Johan en
Ferdinand hooren noemen, kunnen niet nalaten te fluis
teren, dat het uiterlijk der twee zonen van Mars »niet
kwaad» is.
Hun voogd, de overste, die hen opwachtte, was van
een echt militair type, een van dezulken als Edmondo
de Amicis ze ons geteekend heeft, die onder meer kunnen
bogen op »open oog» en »open hart». Zijne gewoonte
om te pas en te onpas zijne krijgsmansbeeldspraak te
gebruiken, zette alleen aan dat type iets meer eigenaar-