172
bespied zagen. Maar, o ongelukdaar verscheen op eens
in de verte tante.
Juichend, maar overeenkomstig haren wensch, volgde
toen onze overhaaste vlucht. Daarna viel op eens die
arme Clara in het water»
Hier eindigde de bruinoogige jonkvrouw hare verklaring,
terwijl het tweetal, met de langzamerhand bijkomende
Clara den hoek der laan omslaande, het huis Reestein
vóór zich zag.
Ferdinand meende hier den eindpaal van zijn plifcht te
zien, en, na zijn compliment gemaakt te hebben, van zijne
lieve gezellin afscheid te kunnen nemen en de verdere
verzorging der geredde aan haar overlaten. Doch zij, die
hem onderweg meermalen zoo lief met de bruine kijkers
had aangezien, verzocht den redder dringend, hem aan
hare tante te mogen voorstellen. De galante adelborst
meende aan zulk een welkom verzoek gevolg te moeten
geven, en, terwijl de verwonderde huisknecht met ver
rassing de groep zag naderen, stapten zij binnen, waar
Clara spoedig geheel bijgebracht werd.
Waar waren intusschen de cadet en het derde nichtje
gebleven
Laten wij, om op die vraag een antwoord te krijgen,
teruggaan tot het oogenblik, waarop de gebroeders de
meisjes te hulp snelden.
»Ooms landmacht» zag toen in de verte eene oude
dame, zooals later bleek, de tante der meisjes, in allerijl,
blijkbaar buiten zich zelve van toorn, naderen. Een oogen
blik daarna struikelde de patronesse van het dorp onge
lukkig in haar snellen loop over een boomwortel, en met
een gil viel zij op den grond, waar zij onbewegelijk bleef