174
LOSSE GEDACHTEN.
Het is vaak met onze goede voornemens als met een
nieuw tapijt in onze woningin het eerst wordt het voor
zichtig ontzien, doch later bekommert men zich niet meer
over een vlekje meer of minder.
Wel vreemd, dat, wanneer het buiten stormachtig is,
men naar de macht verlangt, om het weder te doen ver
anderen, terwijl men een inwendigen storm, dien men
inderdaad zelf kan stillentoch laat doorwoeden.
Een buitenkansje voor u en voor mij, dat de gewichten,
waarmede wij onze daden wegen, niet aan den herijk
onderworpen zijn.
Bij het naderen van den trein waarschuwt u de stoom
fluit; loopt ge een rijtuig in den weg, dan wenkt u de
koetsier; doch is een verleiding u nabij zij o vervalt u
plotseling.
Of het regent of sneeuwt, vriest of dooit, het is in
elk geval »goed weêr».
De zonde ontwijkt den mensch nietdus moet de
mensch de zonde ontwijken.