r -<$ 176 TOESPRAAK VAN DE ACTEURS DER LIEFHEBBERIJ-KOMEDIE VAN CADETTEN EN ADELBORSTEN TOT DE TOEHOORDERS, NA HET TEN TOONEELE VOEREN VAN „DE TWEE VLAKKEN", Blijspel met zang in 1 bedrijf, op Zaterdag 15 Februari 1851. Vrienden en omstanders, blijft staan, loopt nu nog niet weg; wij kunnen van dat publiek zóó niet scheiden; wij zijn te lang bij elkander geweest, om zoo, zonder een woord te zeggen, naar huis te gaanDan heb ik nog een proposiesje. Nu zal je wel zeggen: wat is dat voor een inval Zal ik het je zeggen Ja Nu dan zal ik het zeggen. Notaris, je bent nog al een fijn man, gestedeerd in den kop; als jij nou eens een pampieren brief maakte van hetgeen hier is komme te gebeuren. Wat denk je, dikke Papatje Wat denkt gevrienden en omstanders Deze «toespraak», ons ter plaatsing in den almanak aange boden door een oud-adelborst, namen wij gaarne op, niet alleen om den inhoud, maar ook als bewijs, hoe voor een dertigtal jaren het aangename met het nuttige op de Koninklijke Militaire Aca demie vereenigd werd. Zijp. De Redactie,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 306