179 Ik spreek mijn Racheltje nooit dan met angst en alteratie, En jij hebt waarachtig en zonder comparatie Gesproken niet tot één, maar tot een heele accumulatie En wat je zegt is waar en zonder exageratie. Want wat het licht is bij een illumatie, Wat een factor is bij een multiplicatie Wat de spiritus is bij eene distillatie, Dat zijn de dames in de conversatie. Maar jij Vlakkie, als minnaar van de noten, Spreek jij niet een woordje tot de kunstgenooten Vlakkie (tot de muzikanten) Mijnheeren, gij die zoo uw best Gedaan hebt in ons schoon orkest, Groot is 't genotdat gij ons hebt doen smaken. Gij hadt, bespelers van de fluit, Een ander, slecht gebruik daar ook van kunnen maken En dat 's voor een acteur een schrikkelijk geluid: Ik dank u, waarde kunstgenooten, Dat gij ons niet hebt uitgefloten 5 Maar neen, dat woudt ge niet, ge hadt ons doel voor oogen, En hebt belangeloos het uwe bijgebracht, Om het genoegen van deez' avond te verhoogen, Waarvoor u onze dank oprecht zij toegebracht. Zijp. Vlakkie, Vlakkie, hoewel voor mij je hoofd nog altijd wat [suspect is, Moet ik zeggen, dat in 't geen je zegt hoegenaamd geen [defect is; Want groot is 't pleizier, dat door 't orkest verwekt is

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 309