180 Maar ook met een kapelmeester, die zoo van muziek door spekt is, Is 'tgeen wonder, dat, wat hij dirigeert, zoo perfect is. Och, als in onzen zang menig foutje niet ontdekt is, Laat ik het je zeggen, het komt, omdat het door de muziek En nu vrienden, ik mag het zeggen, en zonder pretentie Ik ben een fijn man, een man van eloquentie. Ik spreek meer in 't publieken 't is nu mijn intentie Dien heer te bedanken, die met zooveel clementie Dit vers voor ons maakte met groote eloquentie; Onze toehoorders te danken voor hunne indulgentie; Want kijk! naauwlijks hooren ze van onze inventie, Of ze bieden ons dadelijk al hunne assistentie; Zij komen hierheen met groote concurrentie, Loopen storm om de plaatsen, vechten haast om de prefe- En verleenden ons heden een allerliefste attentie. Ik zal dus eindigen met een klein hartewensie: Dat onze toehoorders met hunne vrouwen en kinderen en al [hun ap- en dependentie Lange jaren mogen gezegend zijn met een gelukkige exis tentie Veel levendigheid in de beurs, veel rust in de consciëntie Waarna wij ons retireeren en maken eene referentie. [bedekt is. [rentie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 310