De onhandige minnaar aan het Seheveningsehe strand. i8i (Met schetsen van Cléar.) Hoort, vrienden, naar het kort verhaal, Dat ik u kom vertellen. Gij moet daartoe Hans Klungeldaal Geduldig vergezellen, Als hij u voert door 't mulle zand Van 'tlieflijk' Seheveningsehe strand, Waar hij onlangs vertoefde. Hans was verliefd. Wie is het niet, Zeg vriend, in onze dagen? Maar ach! hij kon tot zijn verdriet De dames niet behagen. Zooals gij echter merken zult, Was dat geheel zijn eigen schuld: Hij was nog al onhandig.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1882 | | pagina 311