193
Maar ondanks allen tegenspoed,
Dien Hans wel moest verduren,
Verliest hij toch nog niet den moed.
Zelfs schijnen d' avonturen
Hem aan te wakk'ren. s't Ga hoe 't gaat,
Ik vraag haar hand»Dat resultaat
Was 't einde van 's mans peinzen.
Hans stapt naar 't badhuis met het plan
Julie te gaan bezoeken,
Zegt tot den kellner: Breng me, Jan,
»Bij de familie Stoeken».
»»U komt een oogenblik te laat:
»»In 't rijtuig, dat daar henen gaat,
Vertrok juist de familie»».
Erre.