s
XCVI
SAMENSTELLING van een Regiment Infanterie, op voet van
Oorlog, bestaande uit vijf bataljons elk van vier compagnieën,
en één depot-bataljon van vier compagnieën.
Sterkte
en
samenstelling
van
Troepen.
Paarden.
Voertuigen.
Officieren.
Onderoff. en
manschappen.
3
O
H
1°. Den stnf van het Regiment.
Kolonel of Luit.-Kol. Commandant.
Kapitein-Adjudant.
Adj.-onderofficier vaandeldrager.
Schrijver.
Muzikanten.
Ordonnancen.
Voertuig.
Personeel, paarden en materieel
voor ambulancedienst.
Totaal
2°. Den staf van een Bataljon.
Luit.-Kol. of Majoor Commandant.
Ie of 2e Luitenant-Adjudant.
Ie of 2e Luit.-Kwartiermeester.
Off. v. Gezondheid le of 2e kl.
Adjudant-onderofficier.
Sergeant-wagenm. en facteur.
Sergeant- of korporaal-tamboer.
Mr. Geweermaker.
Schoenmaker.
Kleermaker.
Hospitaalsoldaat.
Ordonnance. j1) (3)
Voertuigen.
Totaal
4
4
4
4
18
3
(2) 1
mem
2
4
orie.
3
(2J 2
(5j i
2
24
3
5
4
4
4
4
2
2
4
4
4
4
4
4
4
(2) 2
4
4
1
2
4
(2) 3
2
5
41
5
4
2
(1) Gedetacheerd van het eskadron ordonnancen.
(2) Gedetacheerd van den trein.
(3) Compagnies- of bagagekar.
(4) Naar behoefte te detacheeren van den divisiestaf.
\j) Uitsluitend bij de bataljons, die bij het veldleger zijn ingedeeld.
(B) Compagnies- of bagagekar en 1 ziekenkar. Patrooncaissons
naar behoefte van de munitiecolonnes te detacheeren.
1
UI
i
c_>
v
a
CD
O