XCVII Sterkte en samenstelling van Troepen. §8. o S Paarden. e p< O 3U. Den staf v. h. depót-bataljon. Luit.-Kol. of Majoor Commandant, le of 2e Luitenant-Adjudant. Kapitein-Kwartiermeester. Off. v. Gez. le of 2e kl. Adjudant-onderofficier, toegevoegd aan den Kapitein-Kwartierm. Adjudant-onderofficier. Mr. Geweermaker. Korporaal-tamboer. Schrijvers. Totaal 4°. Eene compagnie. Kapitein. le of 2e Luitenants. Sergeant-majoor. Sergeanten. Fourier. Korporaals. (s) Tamboers. Hoornblazer. Hospitaalsoldaat. (4) Soldaten. (5) Compagnieskar. (4) Totaal 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 4 6 1 1 3 1 i1) 6 1 (J) 7 2 1 1 (5)200 1 (6) 2 1 4 220 j 2 1 Kan ook zijn Majoor-Kwartiermeester. 0) Boven dit getal kunnen 2 miliciens-sergeant en 5 miliciens korporaal zijn, die in mindering komen van het aantal soldaten. De miliciens-sergeant en miliciens-korporaal, die niet bij de compagnieën kunnen worden ingedeeld, gaan over bij het depöt. (3) Hieronder een onbepaald aantal scherpschutters. 0) Uitsluitend bij de compagnieën, die bij het veldleger zijn ingedeeld. (5) Hieronder 2 of meer ziekendragers. Gedetacheerd van den trein. 7 y S3 03 t-t 'o cg S3' a1 O S3 u a 0 C/3 T3 fl G CO i U3 Sh 03 'o 1 0) 03 O h* S3 03 fcO fct 03 O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1883 | | pagina 101